Dit orkestrion is een kleine rechtopstaande piano met 35 toetsen, een triangel, een trommel en een cimbaal. Een grote cilinder met metalen stiften bedient de toetsen. Die stiften zijn als het ware kleine vingers die een klavier bespelen. Op elke cilinder staan zes melodietjes. Door de cilinder een paar millimeter van links naar rechts te verschuiven krijgt men een ander nummer te horen. In de kast onder het instrument bevindt zich een tweede cilinder met zes andere melodieën.
Dit orkestrion werkt met een muntinworp en wordt aangedreven door een gewicht aan een katrol. Dergelijke instrumenten stonden in drank- en dansgelegenheden en waren de voorlopers van de jukebox. Rond 1900 was Leipzig een belangrijk centrum voor de bouw van allerlei mechanische muziekinstrumenten.