1 klavier (ontbreekt), G1-f3 (oorspronkelijk G1-e3) | 8’ 4’ (oorspronkelijk 8’ 8’)Sober afgewerkte kast met groene marmerbeschildering. Ook het deksel en het naambord zijn met groene marmerbeschildering versierd. De zangbodem is beschilderd met bloemen en arabesken en het jaartal ‘1629’. De rozet ‘I R’ (Joannes Ruckers) is authentiek en komt overeen met de rozetten die Joannes Ruckers na 1617 gebruikte voor klavecimbels met één klavier, maar hoort op basis van het formaat bij een ander instrument. Dit klavecimbel werd verworven als een instrument van Joannes Ruckers, maar is in de late 17de- of vroege 18de-eeuw vervaardigd door een Zuid-Nederlandse (Antwerpse) onbekende bouwer. Het is een instrument met veel vraagtekens. De klavieromvang is ongewoon groot, en de zangbodem past mogelijk niet bij de rest van het instrument. Niets wijst erop dat de kast werd vergroot, maar de zangbodem werd aan zowel de bas- als de discantzijde uitgebreid. Ook zijn er op de zangbodem resten te zien van een 4’-kam met 45 gaatjes. Dit suggereert een zangbodem uit een instrument met een verkort octaaf. Is dit instrument een combinatie van een anonieme kast en een authentieke Joannes Ruckers-zangbodem? Geschilderde bloemenkrans rond de rozet. Op het deksel staan de initialen(?) ‘P P’.
Herkomst: Dit instrument werd tussen 1885 en 1892 verworven door het Museum voor Oudheden (Het Steen). Later (1952?) overgedragen aan Museum Vleeshuis.