Tanbourica, luitachtige chordofoon met lange hals, getokkeld. Zuid- Slavië.
Catalogus van de Muziekinstrumenten uit de verzameling van het Museum Vleeshuis, Ruckers Genootschap, Antwerpen, 1981: 'Zuid-Slavië - Peervormige klankkast samen met de hals uit één stuk gehouwen. Vlak bovenblad van dennenhout, met bovendeel in een andere houtsoort. Vier groepen van vier kleine klankgaten, vierhoekig opgesteld met er tussen telkens 5 stippels. Lange naar boven toe verjongende hals. Twee paar metalen snaren ,onder aan tweee houten uitsteeksels bevestigd. Beweegbare kam in donker hout, ingelegd kielhoutje bovenaan. Vier voorstandige houten sleutels in sleutelhouder, die licht naar achteren geknikt is. 24 ingelegde metalen frets (5 grote, 19 kleine): eerste snarenpaar (baszijde) loopt over 5 gemeenschappelijke frets bovenaan en dan over 8 kleinere, waarvan 2 op bovenblad; tweede snarenpaar loopt over dezelfde 5 gemeenschappelijke frets en verder over 11 kleinere, waarvan 3 op bovenblad'.
Nog twee snaren van de vier.