Weense pianoforte ("Hammerklavier", vleugelpiano) met 78 toetsen (6 octaven + 4 (C-f4) en 4 pedalen (van links naar rechts: piano (opheffing van de demping), moderator, fagotregister, una corda.
Bij het indrukken van de moderator wordt een stukje vilt tussen de hamers en de snaren geschoven, wat een zachtere maar vooral ook omfloerste klank teweegbrengt. Het fagotregister duwt een strook perkament tegen de laagste snaren, waardoor een zoemend bijgeluid ontstaat. Bij "una corde" worden twee snaren aangeslagen ipv. drie.
Prell-mechanisme.
Hamerkoppen: zacht leder; besnaring: 2-3 korig.
Op wit etiket met goudletters boven toetsenbord: 'Conrad Graf/ k.k. Hof - Klaviermacher/ in Wien/ Auf der Wieden N° 182'. Op bovenblad: in rond medaillon: 'Opus/ 995/ Wien'.
Conrad Graf behoorde tot de allerbeste pianobouwers uit de vroege 19de eeuw. Hij was geen vernieuwer, maar maakte de meeste onderdelen gewoon wat groter en steviger dan zijn Weense voorgangers en onderscheidde zich door de uitzonderlijke kwaliteit van zijn werk. Vanaf 1804 bezat Graf een eigen atelier, en in 1824 kreeg hij de titel van hofpianobouwer. Een jaar later bouwde hij een piano voor Beethoven. Het instrument in het Vleeshuis dateert van 1826. Graf bleef actief tot ca. 1841. Op het einde van zijn loopbaan bouwde hij nog een piano voor het huwelijk van Robert Schumann.
De Antwerpse kusntenaar Emile Vloors liet het instrument bij zijn dood in 1952 na aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen.