Omnitonische of omnitonale hoorn, 'cor omnitonique', C.-J. Sax, Brussel, ca. 1820.
De "cor omnitonique" is wellicht de belangrijkste uitvinding van Charles-Joseph Sax, de vader van de bekendere Adolphe. Tot dan moest men op de zogenaamde "Inventionshorn", een natuurhoorn zonder ventielen of kleppen, gebruik maken van wisselbeugels waarmee de hoorn korter of langer gemaakt werd, naargelang van de toonaard waarin men de harmonische tonen wou blazen. Sax kwam op het idee alle beugels op een rij te monteren en de lucht door middel van een schuifventiel door de gewenste beugel te leiden. Dit was de eerste hoorn waarop men, zonder delen toe te voegen, alle tonen kon blazen. Later verkreeg men hetzelfde effect met ventielen.
Sax stelde de omnitonale hoorn voor op de industriële tentoonstelling in 1820 in Gent en in 1825 in Haarlem.