De werking van het in 1818 in Wenen uitgevonden harmonium is vergelijkbaar met de mondharmonica. Door tegen een koperen tongetje te blazen gaat dit trillen. Hoe groter en zwaarder het tongetje, hoe lager de klank. De luchtdruk wordt geproduceerd met twee door de voeten bediende blaasbalgen. Dit waren aanvankelijk eenvoudige, goedkope instrumenten, die spoedig 'piano van de armen' werden genoemd. Midden 19de eeuw maakten Parijse bouwers van het harmonium een zeer gecompliceerd en luxueus saloninstrument met enorme expressieve en virtuoze mogelijkheden. Het harmonium van "Alexandre Père & Fils", een van de belangrijkste bouwers, heeft verschillende kniehefbomen die expressieve effecten mogelijk maakten. Heel bijzonder is het "Percussion"-register dat met een mini-pianomechaniek tegen de tongen slaat, zodat die al trillen wanneer de winddruk er pas op begint te blazen. Daardoor spreken de tongen zeer snel aan en lag ook virtuoze muziek binnen bereik.