Cister (English guitar), Anoniem, Duinkerken, midden 18de eeuw.
Catalogus van de Muziekinstrumenten uit de verzameling van het Museum Vleeshuis, Ruckers Genootschap, Antwerpen, 1981: 'Vermoedelijk Frankrijk, 18de eeuw - 11 metalen snaren; rand van bovenblad, zijwanden en rug versierd met paarlemoer; toets heeft 15 metalen frets'.
In de 16de en 17de eeuw was de cister een klein, plat instrumentje met vier of zes paren metalen snaren die met een plectrum werden getokkeld en met metalen frets. Dit populaire huisinstrument genoot minder aanzien dan de luit en er werden vooral eenvoudige liederen mee begeleid. In de 18de eeuw leefde de cister - vooral in het Noorden van Europa - in een ietwat gewijzigde vorm verder als saloninstrument. Het corpus kreeg hogere zijwanden, en toetsen en rosassen werden mooi versierd. Dit - vanwege de metalen snaren - moeilijk te stemmen instrument kreeg ca. 1760 een fijnstemmechanisme in de schroevenkast.