1 klavier, C/E-c3 | 8’
6-voet muselaar van Joannes Ruckers. Kast met bruinrode (20ste-eeuwse) marmerbeschildering. Op de dokkenlat gesigneerd: ‘IOANNES RVCKERS FECIT ANTVERPIÆ’. De rozet met initialen ‘A R’ (Andreas Ruckers) is wellicht authentiek maar is vervaardigd voor een ander instrument. Geschilderde bloemenkrans rond de rozet. Het deksel ontbreekt, maar het instrument werd tot op het einde van de 20ste eeuw tentoongesteld met een los deksel uit de collectie van Museum Vleeshuis (AV.1897.010). De klavierklep is een 20ste-eeuwse toevoeging. Het naambord is versierd met bedrukt papier. De zangbodem is beschilderd met bloemen, fruit en arabesken en met het jaartal ‘1611’. In 1769 kreeg het instrument ‘nieuw aecken, gemaeckt door B L Cl’. Enkele delen van wellicht oorspronkelijke snaren zijn nog aanwezig. Nog 42 van de 45 stempinnen zitten op hun plaats. Het onderstel is wellicht 17de-eeuws.
Herkomst: In 1864-1865 schonk A. Jacobs-Wens (Antwerpen) het instrument aan het Museum voor Oudheden (Het Steen). In 1913 overgedragen aan Museum Vleeshuis. Tussen 1946 en 1967 werd het tentoongesteld in het Rubenshuis.