Contrabas met drie snaren, L. Jacobs, Antwerpen, 1843.
Catalogus van de Muziekinstrumenten uit de verzameling van het Museum Vleeshuis, Ruckers Genootschap, Antwerpen, 1981: 'Antwerpen, L. Jacobs, 1843 - 3 snaren; viola-type met aflopende schouders; 2 F- gaten. Hals met krulvormige bekroning; drie achterstandige ijzeren schroeven, zitten vast op ijzeren plaat met ijzeren tandwielen. Houten steunpin. Binnenin etiket (geschreven): 'Ludov. Jacobs / Antverpiae faciebat / Anno 1843'.
Zoals dit in de 19de eeuw vaak gebeurde, was Ludovic Jacobs mogelijk niet de bouwer van het ganse instrument. Vele vioolbouwers kochten volledig, of half afgewerkte instrumenten in vioolbouwcentra als Mirecourt (Frankrijk) of Mittenwald (Duitsland), wat economisch gezien veel voordeel opleverde. Dit instrument werd wellicht bijna geheel of gedeeltelijk in Mirecourt gebouwd. De verkopende vioolbouwer voerde meestal slechts de laatste afwerking uit en paste de onderdelen aan die belangrijk zijn voor de toonvorming.