Klarinet met 13 zilveren kleppen met stempel van belgische zilversmid, E. Albert, Brussel ca. 1840.
Het kleppensysteem dat Boehm voor dwarsfluiten uitvond, werd aanvankelijk ook op klarinetten toegepast. Albert verving die boehmkleppen deels door open ringkleppen, die hij van Sax had gekopieerd. De zogenaamde ‘albertklarinet’ met ringkleppen op het ondercorpus (soms ook op het bovencorpus) was zo succesvol dat ze uitgroeide tot een goedkoop alternatief voor de boehmklarinet. De albertklarinetten in het Vleeshuis dateren van voor deze belangrijke vernieuwing.